Basisvorming

In de eerste twee jaren van ons onderwijs staat de basisvorming centraal. Leerlingen krijgen vakken en activiteiten waar aandacht voor intellectuele-, culturele- en sociale ontwikkeling centraal staan en waarmee we een goede basis leggen voor een passend uitstroomarrangement. Naast de ‘gewone’ theoretische vakken, bieden we ook:

Creatieve vorming, Koken, Algemene techniek, Informatica in basisvorming en als examenvak en tekenen als examenvak.
 

Het schooljaar is verdeeld in vier periodes. Na elke periode evalueren we met iedere leerling hoe het gaat met zijn/haar ontwikkeling. Leidraad voor dat gesprek is de reeks vragen: wat wil ik, wat kan ik, wat weet ik en wie ben ik? We houden de ontwikkeling bij met verschillende testen en toetsen en bespreken planmatig de vorderingen in het opgesteld ontwikkelings perspectiefplan (OPP).

We sluiten iedere periode af met een projectweek (de zg. 10e week). In deze week zijn leerlingen vooral bezig met activiteiten gericht op hun persoonlijke ontwikkeling in onderzoeken, samenwerken, verslaglegging en presenteren.
 

Tegen het einde van de basisvorming gaan we in gesprek over wat de best passende uitstroombestemming zou kunnen zijn. Dat kan diplomagericht onderwijs zijn, een maatwerktraject, een overstap naar meer praktijkgericht onderwijs, of doorstroom naar regulier voortgezet onderwijs.